Op basis van de vraag van mevrouw Blaauwgeers (PAC) (blz. 16 inzake de oude aardappelmeelfabriek: Door de inwerkingtreding van de Omgevingswet krijgt de procedure een andere insteek. Hoe moet de fractie de andere insteek lezen?) zegt portefeuillehouder Stegen toe om hier schriftelijk op terug te komen.
Toen (vóór 1 januari 2024) gingen we uit van een bestemmingsplan procedure. Nu de Omgevingswet in werking is getreden is het voor wat betreft de naamgeving geen bestemmingsplan meer, maar een wijziging op het (tijdelijke) Omgevingsplan. Daarbij zat in het oude bestemmingsplan voor dit gebied nog een wijzigingsbevoegd; een bevoegdheid van het college. Deze bevoegdheid is onder de Omgevingswet niet meer mogelijk. Ook dat is een verandering.
Daarnaast spreekt men onder de nieuwe wet niet meer over een ‘goede ruimtelijke ordening’, maar om een ‘aanvaardbare fysieke leefomgeving’. O.a. gezondheid en participatie zal hierin meegewogen moeten worden. Voor wat betreft voorbereiding en beoordeling een iets andere insteek.